Zondag in Buitenhof
Het is zondag 24 mei 2020, vroeg in de middag. De tv staat nog aan van de kinderfilm, die een half uur ervoor met een eind-goed-al-goed was geëindigd. Ik zie dat Jeroen Dijsselbloem wordt geïnterviewd in Buitenhof. Het gaat over Europa en corona. Ik zet het geluid harder. Ik hoor Dijsselbloem zeggen dat het verstandiger is om steunmaatregelen in de vorm van kapitaalinjecties te gieten, omdat nieuwe leningen onherroepelijk tot een schuldencrisis zullen leiden. Mijn eerste gedachte: of je je geld nu kwijt raakt via een lening of een investering is lood om oud ijzer. Omdat ik mijn primaire oordeel toch niet helemaal vertrouw luister ik aandachtig verder, stiekem hopend op een gefundeerde nuancering van mijn cynische conclusie. Zoals altijd maakt Dijsselbloem een deskundige, zelfverzekerde indruk. Ik luister daarom graag naar hem.
Glimlachje
Maar plotsklaps gebeurt het. Middenin een zin en volledig uit het niets vertrekt Dijsselbloem zijn mond in een soort zalvend glimlachje. Langer dan twee seconden duurt het glimlachje niet. Daarna vervolgt Dijsselbloem zijn betoog alsof er niets gebeurd is: serieus, betrokken en ter zake kundig. Maar er is wél wat gebeurd. Tot mijn eigen verrassing bemerk ik dat mijn concentratie en belangstelling vervlogen zijn. Ik zet de tv uit en sta op voor een kop koffie en een stroopwafel.
Wouter Bos
Helaas ben ik ten prooi gevallen aan wat ik sinds deze zondag ‘het gekke glimlachje’ ben gaan noemen. Wouter Bos is de eerste die ik het gekke glimlachje heb zien uitvoeren in zijn tijd als partijleider van de PvdA. Ik weet niet of hij ook de uitvinder van deze non-verbale stijlfiguur is geweest, hij was in ieder geval een exponent. Als hij antwoord gaf op een vraag van een journalist dan liet hij dat gepaard gaan met een kort glimlachje aan het eind van iedere zin, om vervolgens de nieuwe zin weer met een serieus -soms zelfs verbeten- gezicht aan te vangen. Ogen en mond leken op dat moment tijdelijk van elkaar losgekoppeld, alleen de mond glimlachte.
Een andere oud-politicus, nu burgemeester, die haar boodschap graag lardeert met gekke glimlachjes, is Femke Halsema (door haar aparte accent doet ze mij denken aan een kruising tussen Wouter Bos en Ed van Thijn maar dit terzijde). Vorige week deed Halsema in het programma Op1 nog stuipglimlachend een appel op de Amsterdamse toerismebranche om nog even rustig aan te doen. Haar grimassen dissoneerden bij de inhoud van haar boodschap, er viel simpelweg helemaal niets te glimlachen.
Flitsmetamorfose
Het fenomeen gek glimlachje is onder politici en bestuurders zeker wijder verbreid maar deze namen schieten mij als eersten te binnen. Het zou een tic kunnen zijn maar voor zover mij bekend zijn tics niet besmettelijk. Dus dringt een aantal vragen zich op: Waarom zo’n gek lachje? Wat is het nut van deze gekunstelde flitsmetamorfose? Welke mediatrainer zit hier achter? En met welke argumenten heeft hij zijn prominente cursisten zover kunnen krijgen?
Hoe iets gezegd wordt
Het zal ongetwijfeld iets te maken hebben met het mantra van communicatie, dat hoe iets gezegd wordt veel belangrijker is dan wat er gezegd wordt. Meesteroplichters zijn daarom ook altijd welbespraakt en innemend. Mijn indruk is dat het gekke glimlachje bedoeld is om de scherpe kantjes van de inhoud van de boodschap af te halen om zo het draagvlak te vergroten en daarnaast een menselijke, vertrouwenwekkende indruk achter te laten. Logische behoeften voor een politicus. lk kan mij alleen moeilijk voorstellen dat het gekke glimlachje ook doel treft, op mij heeft het een averechts effect. Ik zie een doorzichtige en kunstmatige poging om -ondanks alles- integer en humaan gevonden te worden. En het is natuurlijk ook een effectieve manier om te anticiperen op kritiek: heb je niet gezien hoe aardig ik erbij lachte, hoe durf je mij nu zo hard aan te pakken, bullebak! Alles voor de sympathie van de kijker. De gekke glimlachers kunnen nog veel leren van meesteroplichters. Die manipuleren je ten minste zonder dat je het zelf in de gaten hebt. Tocht wint de bewondering. Je moet het maar kunnen: politicus zijn.
Add comment